Hoe lieflijk hoe vol heilgenot. O HEER der legerscharen God. Zijn mij Uw huis en tempelzangen, Ps. 84: 1 (berijmd).
Hoe vaak hebben we dat (gedachteloos) gezongen? De afgelopen zondagen kon een klein deel van de gemeente de diensten in de kerk bijwonen, maar vanaf vandaag kan dat voorlopig niet meer. Hoe pijnlijk! Of niet? Vaak heb ik ouderen horen zeggen: ik kan de gang naar Gods huis niet meer maken, maar ik mis de diensten intens. Het samenzijn voor Gods aangezicht, het samen zingen, het samen bidden, het samen luisteren naar de preek, het samen vieren van het avondmaal. Het zou vreemd zijn als we dat missen, als we zeggen dat de diensten kunnen doorgaan vanwege de zegen van de techniek. Hoewel we dankbaar gebruik maken van de techniek, de maatregelen van de overheid opvolgen, en daar allemaal onze gedachten bij mogen hebben, moet het toch te denken geven dat God in deze gang van zaken ook de hand heeft. Het gebeuren waar we middenin zitten, raakt ook de kerkdiensten. Leven we als kerk net als de wereld? Of zijn we burgers van die andere wereld geworden? Wel op aarde, maar eigenlijk al in de hemel? Dwaas als we deze vragen niet onder ogen zien! Wijs als we het Woord laten spreken. Heere, waarvan moet ik me bekeren? Wat mag zo blijven? Wat geeft vrucht, wat is vruchteloos? Heere, laat dan mijn hart U toebehoren. En laat mij door de wereld gaan. Met open ogen, open oren. Om al uw tekens te verstaan.
Gezegende diensten toegewenst
Ds. M. Maas